Sensoroplossingen voor shuttles

Shuttles zijn compacte magazijnvoertuigen voor automatische bediening van stellingmagazijnen. Ze worden parallel toegepast en bewegen zich in de stellingbouw verregaand onafhankelijk. De dynamische shuttles moeten de goederen veilig transporteren, vrije ruimte betrouwbaar detecteren en botsingen voorkomen.

Onze sensoren zijn voor dit toepassingsgebied geoptimaliseerd en nemen taken bij de vakfijnpositionering, de vakbezetcontrole en de aanwezigheidscontrole over. De sensoren schakelen binnen milliseconden en zorgen voor de optimale positionering. Ook bij lage voertuigen kunnen onze ruimtebesparende sensoren goed worden geïntegreerd en maken zo een flexibel design mogelijk. Al onze sensoren zijn gebruiksvriendelijk ontworpen en staan hierdoor garant voor een snelle montage en ingebruikname.

02_IL-Grafik_Shuttles_1400x850px
[01] Positionering van de pallet
APIC_IL_ODS10_HT10_ODS110_HT110_Optical_distance_sensors_Collision_protection_shuttles_700x500

Opgave:
Voor het waarborgen van een gedefinieerde afstand tussen de pallets, moet de afstand tussen de shuttle en de opgeslagen pallet onafhankelijk van het oppervlak, de kleuren of hoeken nauwkeurig worden bepaald.

Oplossing:
De metende of schakelende afstandssensoren ODS 110 en HT 110 bepalen de afstand tot een ongunstig doel en stellen de informatie beschikbaar als meetwaarde of schakeluitgang. Bij een reikwijdte van maximaal 5.000 mm bieden de apparaten een nauwkeurigheid van typisch ±15 mm.

[02] Positionering van de shuttle in gangeinde
APIC_IL_ODS10_HT10_ODS110_HT110_Optical_distance_senosrs_Collision_protection_high_bay_700x500

Opgave:
De eerste pallet in een gang moet altijd op een gedefinieerde afstand tot het gangeinde worden geplaatst. Hiervoor moet de positie van de shuttle aan het einde van de gang worden bepaald.

Oplossing:
De metende of schakelende afstandssensoren ODS 110 / HT 110 werken volgens het principe van Time-of-Flight (TOF) en leveren bij afstanden van maximaal 3 m betrouwbare resultaten bij willekeurige materialen. Alle apparaten hebben een IO-Link-interface. Bij de HT 110 kunnen twee schakeluitgangen positie onafhankelijk worden ingesteld.

[03] Aanwezigheids- / positiecontrole van de pallet
Shuttle_Anwesenheits-Positionskontrolle-der-Palette

Opgave:
Na overnemen van de pallet op de shuttle, moet worden gecontroleerd of de pallet correct is geplaatst. Hiervoor moet op meerdere gedefinieerde posities op de shuttle de aanwezigheid van de pallet worden gecontroleerd. 

Oplossing:
De optische sensoren HT 3C leveren betrouwbare palletdetectie door de actieve achtergrondonderdrukking en de bestendigheid tegen vreemdlicht. De serie HT 3C biedt robuuste oplossingen, bijv. voor de herkenning van objecten met een kleurige structuur, doorgebroken objecten of hoog gepolijste oppervlakken.

[04] Botsbeveiliging
Shuttle_Auffahrsicherung

Opgave:
Als meerdere shuttles zich op één niveau bewegen, moet worden gecontroleerd of het rijtraject vrij is, een andere shuttle in de buurt is of dat het gangeinde is bereikt.

Oplossing:
De afstandssensor ODS 10 meet de afstand tot een ongunstig doel van willekeurig materiaal. Over afstanden van maximaal 8 m leveren de apparaten betrouwbare resultaten met een nauwkeurigheid van typisch ±15 mm.

 

[05] Referentiëring
Shuttle_Referenzierung

Opgave:
Om verschuivingen in de positie te voorkomen, moet de bak aan het einde van het rijtraject of bij het overdrachtsstation worden vergeleken met een referentiepositie. Voor een nauwkeurige referentiepositie moeten de gebruikte sensoren een nauwkeurig en reproduceerbaar schakelpunt hebben.

Oplossing:
De optische sensoren PRK 3C werken volgens het reflectieprincipe. Speciale uitvoeringen met een hoge schakelfrequentie en een kleine lichtvlek zorgen voor een nauwkeurig schakelpunt.

[06] Controle op uitsteken en overhangen
Shuttle_Kontrolle-von-Überstand-und-Überhang

Opgave:
Voordat de shuttle in beweging komt, moet worden gecontroleerd of de lading volledig is opgenomen of gelost en niets uitsteekt.

Oplossing:
De optische sensoren uit de serie 5 worden met hun compacte hoekige bouwvorm toegepast voor krachtige en voordelige standaard detectietaken. De geïntegreerde metalen M3-schroefdraadhulzen en de flexibele kabeluitvoer naar onder of naar achter vereenvoudigen de montage, ook bij krappe inbouwsituaties.

[07] Vakbezetcontrole – enkeldiep
Shuttle_Fachbelegtkontrolle-einfachtief

Opgave:
Voordat een bak of doos kan worden opgeslagen, moet worden gecontroleerd of de plaats vrij is.

Oplossing:
De tastende sensoren uit de serie 3C detecteren voorwerpen voor een achtergrond betrouwbaar. Ook objecten met een kleurige structuur worden betrouwbaar herkend.

[08] Vakbezetcontrole – meerdere diepten
Shuttle_Fachbelegtkontrolle-mehrfachtief

Opgave:
Voordat een bak of doos kan worden opgeslagen, moet worden gecontroleerd of de plaats vrij is.

Oplossing:
De tastende sensoren uit de serie 25C detecteren voorwerpen voor een achtergrond betrouwbaar. Ook objecten met een kleurige structuur worden betrouwbaar herkend. Voor toepassingen met een reikwijdte van meer dan 2 m is de zeer krachtige Long-Range-variant beschikbaar.

[09] Controle van de bakpositie op de shuttle
Shuttle_Kontrolle-der-Behälterposition-auf-dem-Shuttle

Opgave:
Er moet worden bepaald in welke zone van de shuttle een bak of doos aanwezig is.

Oplossing:
De optische sensoren uit de serie 5 worden met hun compacte hoekige bouwvorm toegepast voor krachtige en voordelige standaard detectietaken. De geïntegreerde metalen M3-schroefdraadhulzen en de flexibele kabeluitvoer naar onder of naar achter vereenvoudigen de montage, ook bij krappe inbouwsituaties.

[10] Herkennen van de eindpositie van de vinger
Shuttle_Erkennen-der-Endlage-des-Fingers

Opgave:
Voor een correct verloop van in- en uitslag moet de eindpositie van de vinger worden gecontroleerd.

Oplossing:
De inductieve sensoren uit de series IS 208 herkennen metalen objecten betrouwbaar. De kleine standaardapparaten met een doorsnede van slechts 8 mm en een robuuste metalen behuizing kunnen eenvoudig en individueel worden geïntegreerd in de shuttle.

[11] Herkennen van de eindpositie van de telescoopvork
Shuttle_Erkennen-der-Endlage-der-Teleskopgabel

Opgave:
Voordat de shuttle beweegt, moet worden gewaarborgd dat de telescoopvork volledig is ingeschoven. Hiervoor moet de eindpositie van de telescoopvork worden gecontroleerd.

Oplossing:
Deze inductieve sensoren uit de serie IS 288 zijn toepasbaar voor verschillende detectietaken. De apparaten met hoekig bouwvorm zijn leverbaar met een behuizing van kunststof of metaal. Het sensorveld is naar de zijkanten gericht, wat een ruimte- en kostenbesparende integratie mogelijk maakt. 

[12] Vakfijnpositionering
Shuttle_Fachfeinpositionierung

Opgave:
Voor een nauwkeurige positionering van de shuttle zijn gaten aangebracht in de rijrails. Deze moeten reproduceerbaar worden herkend. 

Oplossing:
De krachtige lichttasters met achtergrondonderdrukking uit de serie 3C herkennen betrouwbaar objecten tegen de meest uiteenlopende achtergronden. Voor zeer nauwkeurige en snelle positioneringstaken zijn varianten met laserlicht beschikbaar.